Als ik aan de Veluwe dacht, zag ik vooral bos met een hoop bungalowparken voor me, afgewisseld met heidevelden en een enkele zandverstuiving. Dat beeld is sinds vandaag voorgoed ver(z)anderd.
Hoewel we – zelfs in het startvak nog – uitvoerig ‘gewaarschuwd’ waren voor de zware ondergrond, dacht ik dat het wel mee zou vallen. Af en toe een stukje mul zand maar toch vooral stevige bospaden met takken en boomwortels op de grond en zwiepende takken aan de boompjes.
Woestijn
Na een rustige start en een mooi paadje met zwiepende dennentakken doemt direct een enorme zandvlakte op. Het zand vermijden is onvermijdelijk, tenzij je – tegen de regels van de organisatie in –de mossige ‘vluchtstrook’ pakt. Uiteraard doet niemand dat (…). In de felle middagzon – die pas een uurtje daarvoor de mist had weggejaagd – en tegen deze woestijnachtige achtergrond stijgt mijn gevoelstemperatuur naar tropische waarden.
Bijkomen
Zeker 60% van de eerste 10 kilometer is zandpad. En dan écht mul zand. Ik weet dat het vandaag niet gaat meevallen, dit wordt een zware tocht. Als ik aansluiting vind bij een groepje van 4 man en het zand plaatsmaakt voor hard bospad, kom ik even op adem. Tot de verzorgingspost op 15,5 kilometer lopen we – zwijgend – in een lekker tempo samen.
Ieder voor zich
Bij de drankpost drink ik wat en graai ik een flinke hand winegums. Ons groepje valt uiteen en ik ga alleen verder. De winegums zorgen voor afleiding: het verorberen van de 20 energieboosters spreid ik over 3 kilometer uit. Bij de laatste denk ik: dat hadden er wel een paar minder mogen zijn …
Traplopen
Het voordeel – en tegelijkertijd nadeel – van het open landschap is dat ik de andere lopers goed kan zien, ook als ze honderden meters voor me lopen. Hoewel ik een enkele loper bijhaal, ben ik te onrustig om erachter te blijven. Bij de trappen rond de Franse Berg (85 treden naar beneden als ik goed heb geteld) kom ik dichter bij een andere loper, die ik een paar kilometer volg.
Uitzichten en uitzingen
Ik heb er inmiddels 2,5 uur en een kleine 30 kilometer opzitten. Hoewel ik geniet van de prachtige paden en omgeving, verlang ik ook steeds meer naar de finish. Op 34 kilometer is de laatste waterpost en dan nog een kilometer of 5 tot het eind.
Lopen of blijven staan?
We arriveren bij de waterpost met een groepje van 5. Rondom de tafel met bekertjes water en sportdrank staan nog eens 5 lopers, redelijk uitgewoond. Wie nog puf heeft om iets te zeggen, gebruikt woorden als ‘hoe ver nog’, ‘zwaarder dan gedacht’ en ‘vastzitten in het zand’. Ik drink 2 bekertjes water en wacht even tot er iemand aanstalten maakt om te vertrekken. Vreemd genoeg blijven 9 van de 10 lopers staan uithijgen. Best verleidelijk en zelfs best gezellig, maar ik wil snel mijn ritme herpakken. Ik ga dus in mijn eentje op pad.
Hoe ver nog?
Ik vraag me af hoe ver het nog is. Ruim 3 uur geleden, in het startvak, hoorden we dat we ‘om logistieke redenen’ 2 gratis extra kilometers krijgen. Totaal 39,5 dus. De waterpost zou op kilometer 33 staan. Nog ruim 6 km dus. Maar volgens mijn hardloop-app – die soms wat meters in het bos ‘negeert’ – zijn we al voorbij het 33-kilometerpunt en zou het dus minder kunnen zijn. Ik besluit me op 6 kilometer te richten, dan kan het alleen maar meevallen. En dat doet het! Het laatste stuk van het parcours is relatief eenvoudig en al vrij snel hoor ik de speaker bij het finishgebied. Na een ‘rondje om het meer’ kom ik op het laatste rechte stuk, waar ook de lopers van de kortere afstanden hun eindsprint inzetten. Ik verbaas mezelf over de eindsprint die ik nog kan inzetten en met de klok op 3:25 uur kom ik flink uitgeput maar heel tevreden over de finish.
Wat een geweldig parcours was dit! Zwaar, afwisselend en verrassend. En mede dankzij de 3 raven die ik boven mij gespot hebt, één van mijn mooiste runs ooit.