Zie je me al lopen? Stokbroodje onder de arm, flesjes in de heupgordel gevuld met pinot noir? Hoe lekker ook, de combi met 25 graden en heuvelachtige paden zou mijn loopplezier niet ten goede komen!
Toen wij een paar maanden geleden onze vakantie naar Bourgondië boekten, wist ik het al: volop speeltoestellen voor mijn zoontje, wandelpaden voor de hele familie én uitdagende hardloopmogelijkheden voor mij! Ons vakantieparadijsje ligt op ongeveer 470 meter hoogte, op een helling net buiten het uitgestorven minidorpje Saint-Prix. We zitten in het zuiden van natuurgebied Le Morvan, binnen 10 km van de hoogste bergen van de Bourgogne (900 m).
Makkelijke wegen en moeilijke bordjes
Voor mijn eerste loopje maak ik het mezelf makkelijk. We zitten letterlijk aan een mountainbikecircuit en ik pak route 2: categorie ‘très facile’, 210 positieve hoogtemeters, slechts 9 km lang en goed bewegwijzerd. Dacht ik. Alle routes beginnen op het kerkplein, op een splitsing van 2 wegen. Het bordje met ‘2’ wijst naar een plek waar geen weg is.
Tsja. Ik loop de weg op die qua richting het meest in de buurt komt. 100 meter, 200 meter, 300 meter, splitsing, bocht … maar geen bordje. Terug naar het plein dan maar. Op weg 2 zie ik vrijwel direct een mountainbikebordje. Andere kleur, ander nummer, maar dit moet ‘m zijn toch? Na 500 meter en 2 zijwegen zie ik nog geen nieuw bordje, maar ik heb geen zin om wéér terug te lopen. Ik besluit om minimaal 2 km op deze weg te blijven, dan kán ik het volgende bordje niet missen. Maar helaas, het bordje komt niet en ik draai om. Terug naar het kerkplein. Waar wijst die pijl nou heen? Naar de kerk? Ik loop een rondje om de kerk en … zie achter een glasbak mijn bordje! Ik loop alsnog een stuk van route 2, steil omhoog en deels onverhard, tussen weilanden en velden met bloemen. Toch besluit ik na deze moeizame speurtocht van 12 km om het de volgende keer anders aan te pakken.
Rondje D-wegen
D260, D61, D3, D18, D300 en weer D260. Ruim 18 km over witte, verlaten weggetjes. De eerste 6 km gaan vooral naar beneden, het gaat makkelijk. Na St. Léger, het laagste punt van de route, volgen 2 kilometers vals plat en 3 kilometers steiler omhoog. Mijn gemiddelde snelheid per kilometer daalt omgekeerd rechtevenredig van 4:50 naar 5:20 en zelfs 5:50 net onder de top, waar ik een bordje ‘8%‘ spot. “De laatste 7 km alleen maar dalen naar huis”, denk ik. De eerste 2 km dender ik inderdaad heerlijk naar beneden, maar daarna volgt – onverwacht – nog ruim 1,5 km gemeen omhoog tot het dorpje Glux. De kerktorens op het hoogste punt komend tergend langzaam dichterbij. Gelukkig geen verrassingen in het laatste stuk tot huis. In de heerlijke daling loopt mijn snelheid weer op tot 4:15 in de laatste km. Totaal ruim 350 positieve hoogtemeters.
Het steilste voor het laatst
In mijn laatste loopje stel ik mezelf op de proef. Bij ruim 25 graden vertrek ik rond 13:30 uur voor een ronde van bijna 22 km naar het dak van de Bourgogne. Vanaf kilometer 2 begint een niet heel steile, maar wel heel lange klim over een mooie, verlaten asfaltweg. Na 5 km klimmen gaat mijn route linksaf het bos in. Asfalt wordt grint en al snel wordt grint zandpad.
De route is prachtig – stoffige gele paden, blauwe lucht en hoge, groene naaldbomen – waardoor ik bijna vergeet dat ik nog steeds omhoog ga. Opeens maakt het zandpad een haakse bocht steil naar beneden. “Dat klopt niet met wat ik op de kaart gezien heb”, zeg ik tegen mezelf. Ik zet de GPS op mijn telefoon aan en zie dat ik dat dalende pad inderdaad niet moet hebben.
Het enige pad dat een beetje in de juiste richting loopt, is een smal rots-en-graspad. Ik besluit dit pad te volgen met de GPS in mijn hand. Het pad daalt eventjes en loopt dan om een meertje heen. Het GPS-bolletje (ik dus) loopt redelijk in de goede richting, maar niet op een pad die naar de uitgang van dit natuurgebied leidt. Dat ligt een stukje noordelijker. Bij gebrek aan een officiële doorsteek waag ik de gok en ga ik loodrecht – half kruipend half wandelend – de steile wand op. Mijn lef wordt beloond en na 200 meter klauteren door varens en minidennenboompjes ben ik op het goede pad: rotsachtig, nat en met overhangende takken, maar prachtig! 15 minuten genieten later ben ik het natuurpark uit en bereik ik het hoogte punt van de route: 873 meter, 450 meter hoger dan het beginpunt! De afdaling die volgt na ruim 10 kilometer klimmen, is heerlijk. Totaal 550 positieve hoogtemeters.