Het kriebelde. En het knaagde. Na bijna 8 jaar zonder marathon wilde ik het weer proberen. Zonder tijdsdruk en zonder illusies om mijn persoonlijk record te verbreken. En na Eindhoven, Rotterdam, Amsterdam en Parijs een keer niet in de stad, maar in de natuur. Zo kwam ik bij de Midwintermarathon in Apeldoorn.
De Ballon
Met een graad of 5 en wat wolken is het goed loopweer. We starten aan de rand van het centrum en het is druk. De marathon heeft een paar honderd deelnemers, maar start gelijk met de 27,5 km, waardoor we met ruim 3000 man/vrouw tegelijk van start gaan. Tot mijn vreugde zie ik een pacer (soort haas die zijn volgers naar een bepaalde eindtijd loodst) met een ballon aan zijn schouder ‘M 3.30’. Hoewel ik eigenlijk niet op een bepaalde tijd wil lopen, kan zo’n pacer wel helpen om gelijkmatig te lopen. Ik stel me vlak achter De Ballon op in het startvak. Pang!
De volgers van De Ballon lopen dicht op elkaar, als een kudde buffels. Met een bewegingsruimte van 1 pas vooruit, een halve pas achteruit en een kwart pas opzij móét je wel 1 tempo lopen om geen massale valpartij te veroorzaken. Ik loop uit de wind en het gaat erg makkelijk. Na 5 km begint een prachtige klim door het bos en stijgen we in 3 kilometer van 20 naar 90 m boven NAP. Door een aantal lange mannen voor me kan ik de helling letterlijk niet zien, maar tegelijkertijd voel ik ‘m ook bijna niet. Ik begin te denken: “dit gaat té makkelijk (en af en toe sta ik bijna op de hakken van een ander). Zal ik me losmaken van de kudde en mijn eigen tempo kiezen”?
Toenemende twijfel
Om de 5 km is er een drankpost, waar zich telkens hetzelfde ritueel herhaalt. De Ballon en de meeste volgers remmen af om een bekertje drinken te pakken. Ik heb genoeg drank ik mijn heupgordel en vind het niet prettig om in te houden. Gevolg: ik lig 100 m voor op de groep. Zowel op het 10 km als het 15 km punt twijfel ik. Wachten of doorlopen? Vooralsnog besluit ik bij de groep te blijven. Omdat het zo makkelijk gaat, heb ik puf genoeg om van de heide en bossen van de Veluwe te genieten. Het stuk tussen 15 en 20 km gaat weer ophoog, over een eindeloze N-weg deze keer. De wind speelt wat meer op en het gaat minder makkelijk. Ik heb het gevoel dat ik de goede keuze heb gemaakt.
Gegokt … en verloren
We komen exact op 1.45 uur door op de halve marathon, de pacer doet zijn werk vooralsnog goed dus. Na het wat zwaardere stuk gaan we nu weer heuvelafwaarts, richting stad. De lopers van de 27,5 km zullen straks aanzetten naar de finish, terwijl wij nog een klein rondje mogen. Bij de drinkpost van 25 km heb ik genoeg van de veilige kudde. Ik lig een meter of 50 voor op De Ballon en besluit alleen door te gaan. Al snel vind ik aansluiting bij een klein groepje en in iets hoger tempo gaan we de laatste ronde in. Ik kijk achterom: de voorsprong op de kudde is nu 200 meter. Gaatje geslagen! Helaas valt ons groepje uiteen zodra we weer gaan klimmen. Het is nu ieder voor zich met een aantrekkende wind en 3 km stijgen. Als even later ook nog een sneeuwbui overtrekt, voel ik mijn krachten minder worden en daalt mijn tempo. Ik probeer te versnellen, maar ik voel en hóór de kudde dichterbij komen. Na 9 km ‘alleen’ denderen de pacer en volgers voorbij.
Vastklampen en volhouden
De kudde loopt nu harder dan ik: met moeite klamp ik aan, maar soms moet ik een gaatje van 3 tot 5 meter met de laatste van de groep laten vallen. Ik focus met volledig op de benen voor me en droom alvast over de afdaling die komen gaat: vanaf km 36/37 is het vrijwel alleen nog bergaf en bovendien wind mee. Zoals gehoopt, lukt het me inderdaad om de laatste paar kilometers weer makkelijker te volgen. In de laatste 3 km valt de kudde definitief uit elkaar, de taak van de pacer is volbracht. Wie nu niet meer valt of stilvalt, gaat de tijd van 3.30 uur makkelijk halen. Ik finish zeer tevreden in 3.28.47. Ondanks de verkeerde gok is mijn tweede helft sneller dan de eerste, iets wat me in een marathon nog nooit gelukt was. Ballon, bedankt!